prijzen
(v)
(Winkel)
|
mit einem Preis versehen
(v)
(Winkel)
|
prijzen
(v)
(roemen)
|
verherrlichen
(v)
(roemen)
|
geprijsd
prijzen
prijst
prijsden
prijsde
|
verherrlicht
verherrlichst
verherrlichen
verherrlichten
verherrlichtest
verherrlich(e)
|
prijzen
(v)
(Winkel)
|
auspreisen
(v)
(Winkel)
|
geprijsd
prijzen
prijst
prijsden
prijsde
|
ausgepreist
preisen aus
preist aus
preistest aus
preisten aus
preis(e) aus
|
prijzen
(v)
(prijs)
|
etikettieren
(v)
(prijs)
|
geprijsd
prijzen
prijst
prijsden
prijsde
|
etikettiert
etikettierst
etikettieren
etikettierten
etikettiertest
etikettiere
|
prijzen
(v)
(persoon)
|
preisen
(v)
(persoon)
|
geprijsd
prijzen
prijst
prijsden
prijsde
|
gepriesen
preisen
preist
priesen
priesest
preis(e)
|
prijzen
(v)
(roemen)
|
ehren
(v)
(roemen)
|
geprijsd
prijzen
prijst
prijsden
prijsde
|
geehrt
ehren
ehrst
ehrten
ehrtest
ehr(e)
|
prijzen
(v)
(bewondering)
|
preisen
(v)
(bewondering)
|
geprijsd
prijzen
prijst
prijsden
prijsde
|
gepriesen
preisen
preist
priesen
priesest
preis(e)
|
prijzen
(v)
(persoon)
|
loben
(v)
(persoon)
|
geprijsd
prijzen
prijst
prijsden
prijsde
|
gelobt
loben
lobst
lobtest
lobten
lob(e)
|
prijzen
(v)
(bewondering)
|
loben
(v)
(bewondering)
|
geprijsd
prijzen
prijst
prijsden
prijsde
|
gelobt
loben
lobst
lobtest
lobten
lob(e)
|
prijzen
(v)
(Winkel)
|
auszeichnen
(v)
(Winkel)
|
geprijsd
prijzen
prijst
prijsden
prijsde
|
ausgezeichnet
zeichnen aus
zeichnest aus
zeichneten aus
zeichnetest aus
zeichne aus
|
prijzen
(v)
(Winkel)
|
den Preis festlegen auf
(v)
(Winkel)
|
prijzen
(v)
(prijs)
|
auszeichnen
(v)
(prijs)
|
geprijsd
prijzen
prijst
prijsden
prijsde
|
ausgezeichnet
zeichnen aus
zeichnest aus
zeichneten aus
zeichnetest aus
zeichne aus
|