pijn (m) (n) (zintuiglijke gewaarwording) | Schmerz (m) (n) (zintuiglijke gewaarwording) |
pijn (m) (n) | Kiefer (m) (n) |
pijn (m) (n) (gevoelstoestand) | Kummer (m) (n) (gevoelstoestand) |
pijn (m) (n) (gevoelstoestand) | Schmerz (m) (n) (gevoelstoestand) |
pijn (m) (n) (gevoelstoestand) | Betrübnis (f) (n) (gevoelstoestand) |
pijn (m) (n) (zintuiglijke gewaarwording) | Not (f) (n) (zintuiglijke gewaarwording) |
pijn (m) (n) (gevoelstoestand) | Not (f) (n) (gevoelstoestand) |
pijn (m) (n) | Weh (n) (n) |
pijn (m) (n) (zintuiglijke gewaarwording) | Leiden (n) (n) (zintuiglijke gewaarwording) |
pijn (m) (n) | Schmerz (m) (n) |
pijn (m) (n) | Pein (n) |
pijn hebben | schmerzen |