overwegen (n) | überlegen |
overwegen (n) | besinnen |
overwegen (n) (n) (geestesactiviteit) | nachdenken (n) (n) (geestesactiviteit) |
overwegen (n) (n) (geestesactiviteit) | nachsinnen (n) (n) (geestesactiviteit) |
overwegen (n) (v) (beslissing) | bedenken (v) (beslissing) |
overwegen (n) (v) (beslissing) | sich überlegen (v) (beslissing) |
overwegen (n) (v) (mogelijkheid) | bedenken (v) (mogelijkheid) |
overwegen (n) (v) (nadenken over) | meditieren (v) (nadenken over) |
overwegen (n) (v) (beslissing) | nachdenken über (v) (beslissing) |
overwegen (n) (v) (beslissing) | sich besinnen (v) (beslissing) |
overwegen (n) (v) (mogelijkheid) | nachdenken über (v) (mogelijkheid) |
overwegen (n) (v) (nadenken over) | sich überlegen (v) (nadenken over) |
overwegen (n) (v) (beslissing) | abwägen (v) (beslissing) |
overwegen (n) (v) (nadenken over) | berücksichtigen (v) (nadenken over) |
overwegen (n) (v) (voorstel) | nachdenken über (v) (voorstel) |
overwegen (n) (v) (nadenken over) | erwägen (v) (nadenken over) |
overwegen (n) (v) (mogelijkheid) | erwägen (v) (mogelijkheid) |
overwegen (n) (v) (probleem) | hin und her überlegen (v) (probleem) |
overwegen (n) (v) (nadenken over) | bedenken (v) (nadenken over) |
overwegen (n) (v) (voorstel) | sich überlegen (v) (voorstel) |