overvloedig (a) (hoeveelheid) | reich (a) (hoeveelheid) |
overvloedig (a) (hoeveelheid) | mehr als genug (a) (hoeveelheid) |
overvloedig (a) (rijkelijk) | haufenweise (a) (rijkelijk) |
overvloedig (a) (algemeen) | überreichlich (a) (algemeen) |
overvloedig (a) (hoeveelheid) | reichlich (a) (hoeveelheid) |
overvloedig (a) (rijkelijk) | reichlich vorhanden (a) (rijkelijk) |
overvloedig (a) (hoeveelheid) | überflüssig (a) (hoeveelheid) |
overvloedig (a) (algemeen) | reichlich vorhanden (a) (algemeen) |
overvloedig (a) (rijkelijk) | ausgiebig (a) (rijkelijk) |
overvloedig (a) (hoeveelheid) | überzählig (a) (hoeveelheid) |
overvloedig (a) (rijkelijk) | reichhaltig (a) (rijkelijk) |
overvloedig (a) (vegetatie) | üppig (a) (vegetatie) |
overvloedig (a) (algemeen) | reichlich (a) (algemeen) |
overvloedig (o) (hoeveelheid) | überreichlich (o) (hoeveelheid) |
overvloedig (o) (hoeveelheid) | völlig (o) (hoeveelheid) |
overvloedig aanwezig zijn | wimmeln von |
overvloedig aanwezig zijn | reichlich vorhanden sein |