opvangen (v) (gesprek) | zufällig hören (v) (gesprek) |
opvangen (v) (voorwerpen) | fassen (v) (voorwerpen) |
opvangen (v) (voorwerpen) | packen (v) (voorwerpen) |
opvangen (v) (signaal) | empfangen (v) (signaal) |
een glimp opvangen van | flüchtig sehen |
een glimp opvangen van | einen flüchtigen Blick erhaschen von |