opstoken
(v)
(persoon)
|
aufwiegeln
(v)
(persoon)
|
opgestookt
stookt op
stoken op
stookten op
stookte op
|
aufgewiegelt
wiegelst auf
wiegeln auf
wiegeltest auf
wiegelten auf
wiegle auf
|
opstoken
(v)
(persoon)
|
aufhetzen
(v)
(persoon)
|
opgestookt
stookt op
stoken op
stookten op
stookte op
|
aufgehetzt
hetzt auf
hetzen auf
hetztest auf
hetzten auf
hetz(e) auf
|
Opstoken Voorbeelden2 voorbeelden gevonden
Vertalen Opstoken in andere talen