ongetwijfeld (a) (zeker) | sicher (a) (zeker) |
ongetwijfeld (a) (zeker) | bestimmt (a) (zeker) |
ongetwijfeld (a) (zeker) | gewiss (a) (zeker) |
ongetwijfeld (o) (overtuiging) | ganz gewiss (o) (overtuiging) |
ongetwijfeld (o) (zekerheid) | unzweifelhaft (o) (zekerheid) |
ongetwijfeld (o) (overtuiging) | zweifellos (o) (overtuiging) |
ongetwijfeld (o) (buiten kijf) | außer Frage (o) (buiten kijf) |
ongetwijfeld (o) (zekerheid) | zweifelsohne (o) (zekerheid) |
ongetwijfeld (o) (overtuiging) | selbstverständlich (o) (overtuiging) |
ongetwijfeld (o) (overtuiging) | unbedingt (o) (overtuiging) |
ongetwijfeld (o) (buiten kijf) | ohne den geringsten Zweifel (o) (buiten kijf) |
ongetwijfeld (o) (buiten kijf) | außer Zweifel (o) (buiten kijf) |
ongetwijfeld (o) (overtuiging) | bestimmt (o) (overtuiging) |
ongetwijfeld (o) (overtuiging) | absolut (o) (overtuiging) |
ongetwijfeld (o) (overtuiging) | sicher (o) (overtuiging) |
ongetwijfeld (o) (zekerheid) | zweifelsfrei (o) (zekerheid) |
ongetwijfeld (o) (overtuiging) | sicherlich (o) (overtuiging) |
ongetwijfeld (o) (zekerheid) | zweifellos (o) (zekerheid) |