onbeduidend (a) (belangrijkheid) | unbedeutend (a) (belangrijkheid) |
onbeduidend (a) (bedrag) | klein (a) (bedrag) |
onbeduidend (a) (belangrijkheid) | schwach (a) (belangrijkheid) |
onbeduidend (a) (effect) | geringfügig (a) (effect) |
onbeduidend (a) (belangrijkheid) | banal (a) (belangrijkheid) |
onbeduidend (a) (belangrijkheid) | geringfügig (a) (belangrijkheid) |
onbeduidend (a) (bedrag) | gering (a) (bedrag) |
onbeduidend (a) (belangrijkheid) | albern (a) (belangrijkheid) |
onbeduidend (a) (bedrag) | geringfügig (a) (bedrag) |
onbeduidend (a) (belangrijkheid) | belanglos (a) (belangrijkheid) |
onbeduidend (a) (belangrijkheid) | gering (a) (belangrijkheid) |
onbeduidend (a) (effect) | unbedeutend (a) (effect) |
onbeduidend (a) (belangrijkheid) | unwichtig (a) (belangrijkheid) |
onbeduidend (a) (bedrag) | unbedeutend (a) (bedrag) |
onbeduidend (a) (belangrijkheid) | dürftig (a) (belangrijkheid) |
onbeduidend (a) (feit) | unwichtig (a) (feit) |