omvallen (v) (algemeen) | umfallen (v) (algemeen) |
omvallen (v) (voorwerpen) | umfallen (v) (voorwerpen) |
omvallen (v) (algemeen) | herunterfallen (v) (algemeen) |
omvallen (v) (voorwerpen) | umkippen (v) (voorwerpen) |
omvallen (v) (algemeen) | hinunterfallen (v) (algemeen) |