nieuws
(n)
(n)
(radio)
|
Nachrichten
(n)
(n)
(radio)
|
|
nieuws
(n)
(n)
(feiten)
|
Neuigkeit
(f)
(n)
(feiten)
|
|
nieuws
(n)
(n)
(boodschap)
|
Neuigkeiten
(f)
(n)
(boodschap)
|
|
nieuws
(n)
(n)
(algemeen)
|
Nachrichten
(n)
(n)
(algemeen)
|
|
nieuws
(n)
(n)
(boodschap)
|
Lebenszeichen
(n)
(n)
(boodschap)
|
|
nieuws
(n)
(n)
(feiten)
|
Nachricht
(f)
(n)
(feiten)
|
|
nieuws
(n)
(n)
(televisie)
|
Nachrichten
(n)
(n)
(televisie)
|
|
nieuws
(n)
(n)
(feiten)
|
Nachrichten
(n)
(n)
(feiten)
|
Nieuws Voorbeelden1 Bijvoorbeeld gevonden
|
iemand van het laatste nieuws op de hoogte stellen
|
jemanden auf den neuesten Stand der Informationen bringen
|
Vertalen Nieuws in andere talen
