nagaan
(v)
(feit)
|
kontrollieren
(v)
(feit)
|
nagegaan
gaan na
gaat na
ging na
gingen na
|
kontrolliert
kontrollieren
kontrollierst
kontrolliertest
kontrollierten
kontrolliere
|
nagaan
(v)
(vergelijking)
|
untersuchen
(v)
(vergelijking)
|
nagegaan
gaan na
gaat na
ging na
gingen na
|
untersucht
untersuchen
untersuchst
untersuchten
untersuchtest
untersuch(e)
|
nagaan
(v)
(feit)
|
verifizieren
(v)
(feit)
|
nagegaan
gaan na
gaat na
ging na
gingen na
|
verifiziert
verifizieren
verifizierst
verifizierten
verifiziertest
verifiziere
|
nagaan
(v)
(vergelijking)
|
überprüfen
(v)
(vergelijking)
|
nagaan
(v)
(vergelijking)
|
kontrollieren
(v)
(vergelijking)
|
nagegaan
gaan na
gaat na
ging na
gingen na
|
kontrolliert
kontrollieren
kontrollierst
kontrolliertest
kontrollierten
kontrolliere
|
nagaan
(v)
(aangelegenheid)
|
eingehen auf
(v)
(aangelegenheid)
|
nagaan
(v)
(informatie)
|
kontrollieren
(v)
(informatie)
|
nagegaan
gaan na
gaat na
ging na
gingen na
|
kontrolliert
kontrollieren
kontrollierst
kontrolliertest
kontrollierten
kontrolliere
|
nagaan
(v)
(aangelegenheid)
|
nachgehen
(v)
(aangelegenheid)
|
nagegaan
gaan na
gaat na
ging na
gingen na
|
nachgegangen
gehen nach
gehst nach
gingst nach
gingen nach
geh(e) nach
|
nagaan
(v)
(informatie)
|
überprüfen
(v)
(informatie)
|
nagaan
(v)
|
zurückverfolgen
(v)
|