Markeren — vertaling Nederlandse Duits. Vertalen Markeren in Duits

markeren (v) (algemeen)	kennzeichnen (v) (algemeen)
gemarkeerd markeert markeren markeerde markeerden	gekennzeichnet kennzeichnen kennzeichnest kennzeichneten kennzeichnetest kennzeichne
markeren (v) (schrijven)	notieren (v) (schrijven)
gemarkeerd markeert markeren markeerde markeerden	notiert notieren notierst notierten notiertest notiere
markeren (v) (algemeen)	markieren (v) (algemeen)
gemarkeerd markeert markeren markeerde markeerden	markiert markierst markieren markiertest markierten markiere
markeren (v) (koopwaar)	auszeichnen (v) (koopwaar)
gemarkeerd markeert markeren markeerde markeerden	ausgezeichnet zeichnen aus zeichnest aus zeichneten aus zeichnetest aus zeichne aus
markeren (v) (landmeetkunde)	abgrenzen (v) (landmeetkunde)
gemarkeerd markeert markeren markeerde markeerden	abgegrenzt grenzen ab grenzt ab grenztest ab grenzten ab grenz(e) ab
markeren (v) (verschil)	anzeigen (v) (verschil)
gemarkeerd markeert markeren markeerde markeerden	angezeigt zeigen an zeigst an zeigten an zeigtest an zeig(e) an
markeren (v)	markieren (v)
gemarkeerd markeert markeren markeerde markeerden	markiert markierst markieren markiertest markierten markiere
markeren (v) (verschil)	markieren (v) (verschil)
gemarkeerd markeert markeren markeerde markeerden	markiert markierst markieren markiertest markierten markiere

Vertalen Markeren in andere talen

Markeren — Nederlandse Duits vertaling8 vertalingen gevonden