maar | aber |
maar (o) (toch) | aber (o) (toch) |
maar (o) (slechts) | lediglich (o) (slechts) |
maar (o) (algemeen) | aber (o) (algemeen) |
maar (o) (ware het niet dat) | doch (o) (ware het niet dat) |
maar (o) (algemeen) | sondern (o) (algemeen) |
maar (o) (ware het niet dat) | außer (o) (ware het niet dat) |
maar (o) (slechts) | nur (o) (slechts) |
maar (o) (ware het niet dat) | aber (o) (ware het niet dat) |
maar (o) (toch) | dennoch (o) (toch) |
maar (o) (toch) | doch (o) (toch) |
maar (o) (ware het niet dat) | jedoch (o) (ware het niet dat) |
maar (o) (slechts) | erst (o) (slechts) |
maar (o) (ware het niet dat) | nur (o) (ware het niet dat) |
altijd maar weer de rol spelen van | auf eine bestimmte Rolle abstempeln |
altijd maar weer de rol spelen van | auf eine bestimmte Rolle festlegen |
maar anderzijds | aber andererseits |