Leggen — Nederlandse Duits vertaling9 vertalingen gevonden

leggen (n) (n) (Ei) Eierlegen (n) (n) (Ei)
leggen (n) (n) (Ei) legen (n) (n) (Ei)
leggen (n) (n) (algemeen) legen (n) (n) (algemeen)
leggen (n) (v) (voorwerpen) setzen (v) (voorwerpen)
leggen (n) (v) (voorwerpen) legen (v) (voorwerpen)
leggen (n) (v) (Ei) legen (v) (Ei)
leggen (n) (v) (positie) stellen (v) (positie)
leggen (n) (v) (vloer) legen (v) (vloer)
leggen (n) (v) (positie) legen (v) (positie)
Leggen Voorbeelden13 voorbeelden gevonden
aan banden leggen bezwingen
aan banden leggen bändigen
de laatste hand leggen aan abschließen
de laatste hand leggen aan ergänzen
de laatste hand leggen aan beenden
de laatste hand leggen aan vollenden
de laatste hand leggen aan den letzten Schliff geben
de laatste hand leggen aan fertig machen
de laatste hand leggen aan erledigen
de laatste hand leggen aan die letzte Hand anlegen an
de laatste hand leggen aan letzte Hand anlegen an
opzijleggen auf die Seite legen
opzijleggen auf Eis legen
Vertalen Leggen in andere talen
Vertalen leggen in Engels
Vertalen leggen in Frans
Vertalen leggen in Italiaans
Vertalen leggen in Spaans
Vertalen leggen in Portugees
Vertalen leggen in Sloveens
Vertalen leggen in Pools
Vertalen leggen in Tsjechisch