Last — Nederlandse Duits vertaling12 vertalingen gevonden

last (m) (n) (inspanning) Belastung (f) (n) (inspanning)
last (m) (n) (transport) Last (f) (n) (transport)
last (m) (n) (inspanning) Beschwerlichkeit (f) (n) (inspanning)
last (m) (n) Beschwernis (fn) (n)
last (m) (n) (inspanning) Mühsal (f) (n) (inspanning)
last (m) (n) (ergernis) ständiges Ärgernis (n) (n) (ergernis)
last (m) (n) (verantwoordelijkheid) Last (f) (n) (verantwoordelijkheid)
last (m) (n) (inspanning) Anstrengung (f) (n) (inspanning)
last (m) (n) (algemeen) Unannehmlichkeit (f) (n) (algemeen)
last (m) (n) (verantwoordelijkheid) Bürde (f) (n) (verantwoordelijkheid)
last (m) (n) (zintuiglijke gewaarwording) Beschwerden (f) (n) (zintuiglijke gewaarwording)
last (m) (n) Last (f) (n)
Last Voorbeelden3 voorbeelden gevonden
een last op het hart etwas belastet das Gewissen
last hebben van von etwas geplagt werden
last hebben van Beschwerden haben mit
Vertalen Last in andere talen
Vertalen last in Engels
Vertalen last in Frans
Vertalen last in Italiaans
Vertalen last in Spaans
Vertalen last in Portugees
Vertalen last in Sloveens
Vertalen last in Pools
Vertalen last in Tsjechisch