knijpen
(v)
(arm)
|
kneifen
(v)
(arm)
|
geknepen
knijpen
knijpt
knepen
kneep
|
gekniffen
kneifen
kneifst
kniffst
kniffen
kneif(e)
|
knijpen
(v)
(oor)
|
zwicken
(v)
(oor)
|
geknepen
knijpen
knijpt
knepen
kneep
|
gezwickt
zwicken
zwickst
zwickten
zwicktest
zwick(e)
|
Knijpen Voorbeelden2 voorbeelden gevonden
Vertalen Knijpen in andere talen