klinken
(n)
|
lesen
|
geklonken
klinkt
klinken
klonken
klonk
|
gelesen
liest
lesen
lasest
lasen
lies
|
klinken
(n)
(n)
(geluid)
|
klirren
(n)
(n)
(geluid)
|
geklonken
klinkt
klinken
klonken
klonk
|
geklirrt
klirrst
klirren
klirrtest
klirrten
klirr(e)
|
klinken
(n)
(n)
(geluid)
|
Geklirr
(n)
(n)
(geluid)
|
klinken
(n)
(v)
(geluid)
|
klirren
(v)
(geluid)
|
geklonken
klinkt
klinken
klonken
klonk
|
geklirrt
klirrst
klirren
klirrtest
klirrten
klirr(e)
|
klinken
(n)
(v)
(technisch)
|
umklammern
(v)
(technisch)
|
geklonken
klinkt
klinken
klonken
klonk
|
umklammert
umklammern
umklammerst
umklammerten
umklammertest
umklamm(e)re
|
klinken
(n)
(v)
|
schrillen
(v)
|
geklonken
klinkt
klinken
klonken
klonk
|
geschrillt
schrillen
schrillst
schrillten
schrilltest
schrill(e)
|
klinken
(n)
(v)
(muziek)
|
tönen
(v)
(muziek)
|
klinken
(n)
(v)
|
Klingeln
(v)
|
geklonken
klinkt
klinken
klonken
klonk
|
geklingelt
klingeln
klingelst
klingelten
klingeltest
kling(e)le
|
klinken
(n)
(v)
(uiterlijk)
|
klingen
(v)
(uiterlijk)
|
geklonken
klinkt
klinken
klonken
klonk
|
geklungen
klingen
klangen
|
klinken
(n)
(v)
(uiterlijk)
|
sich lesen
(v)
(uiterlijk)
|
klinken
(n)
(v)
(muziek)
|
schallen
(v)
(muziek)
|
geklonken
klinkt
klinken
klonken
klonk
|
geschallt
schallen
schallst
schalltest
schallten
schall(e)
|
klinken
(n)
(v)
(algemeen)
|
klingen
(v)
(algemeen)
|
geklonken
klinkt
klinken
klonken
klonk
|
geklungen
klingen
klangen
|