imponeren (v) (persoon) | beeindrucken (v) (persoon) |
imponeren (v) (indruk maken op) | imponieren (v) (indruk maken op) |
imponeren (v) (indruk maken op) | beeindrucken (v) (indruk maken op) |
imponeren (v) (indruk maken op) | faszinieren (v) (indruk maken op) |