hetzelfde (a) (bepalend woord - enkelvoud) | dasselbe (a) (bepalend woord - enkelvoud) |
hetzelfde (a) (algemeen) | dasselbe (a) (algemeen) |
hetzelfde (a) (bepalend woord - enkelvoud) | dieselbe (a) (bepalend woord - enkelvoud) |
hetzelfde (a) (algemeen) | dieselbe (a) (algemeen) |
hetzelfde (a) (bepalend woord - enkelvoud) | derselbe (a) (bepalend woord - enkelvoud) |
hetzelfde (a) (algemeen) | derselbe (a) (algemeen) |
hetzelfde (o) (bijwoord) | gleich (o) (bijwoord) |
hetzelfde (o) (voornaamwoord - enkelvoud) | dieselbe (o) (voornaamwoord - enkelvoud) |
hetzelfde (o) (voornaamwoord - enkelvoud) | derselbe (o) (voornaamwoord - enkelvoud) |
hetzelfde (o) (voornaamwoord - enkelvoud) | dasselbe (o) (voornaamwoord - enkelvoud) |
op hetzelfde ogenblik als | im gleichen Augenblick wie |
op hetzelfde ogenblik als | zur selben Zeit wie |
op hetzelfde tempo als | im gleichen Tempo wie |