Groot — Nederlandse Duits vertaling13 vertalingen gevonden

groot groß
groot (a) (algemeen) groß (a) (algemeen)
groot (a) (grootte) riesig (a) (grootte)
groot (a) (plaats) weitläufig (a) (plaats)
groot (a) (persoon) groß (a) (persoon)
groot (a) (grootte) enorm (a) (grootte)
groot (a) (plaats) Platz bietend (a) (plaats)
groot (a) (plaats) umfassend (a) (plaats)
groot (a) (belangrijkheid) wichtig (a) (belangrijkheid)
groot (a) (grootte) groß (a) (grootte)
groot (a) (plaats) geräumig (a) (plaats)
groot (a) (belangrijkheid) beachtenswert (a) (belangrijkheid)
groot (a) (belangrijkheid) bedeutend (a) (belangrijkheid)
Groot Voorbeelden12 voorbeelden gevonden
Groot-Brittannië Großbritannien
Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland Vereinigtes Königreich Großbritannien und Nordirland
b-groot H-Dur
bes-groot B-Dur
c-groot C-Dur
do kruis groot Cis-Dur
een heel groot verschil maken einen himmelsweiten Unterschied machen
een heel groot verschil maken einen großen Unterschied machen
es-groot Es-Dur
met groot verlof gaan entlassen werden
met groot verlof gaan seinen Militärdienst beenden
met groot verlof gaan ausdienen
Vertalen Groot in andere talen
Vertalen groot in Engels
Vertalen groot in Frans
Vertalen groot in Italiaans
Vertalen groot in Spaans
Vertalen groot in Portugees
Vertalen groot in Sloveens
Vertalen groot in Pools
Vertalen groot in Tsjechisch