bruikleen (m) (n) (gebruik) | Verwendung (f) (n) (gebruik) |
bruikleen (m) (n) (gebruik) | Leihgabe (f) (n) (gebruik) |
bruikleen (m) (n) (gebruik) | Benutzung (f) (n) (gebruik) |
bruikleen (m) (n) (gebruik) | Gebrauch (m) (n) (gebruik) |
in bruikleen geven aan | als Leihgabe geben |
in bruikleen geven aan | verleihen |
in bruikleen geven aan | ausleihen |