boordevol (a) (voorwerpen) | zum Überlaufen voll (a) (voorwerpen) |
boordevol (a) (mensen) | gestopft (a) (mensen) |
boordevol (a) (voorwerpen) | voll gestopft (a) (voorwerpen) |
boordevol (a) (mensen) | gepfropft (a) (mensen) |
boordevol (a) (hoeveelheid) | bis zum Rand voll (a) (hoeveelheid) |
boordevol (a) (voorwerpen) | gesteckt voll (a) (voorwerpen) |
boordevol (a) (mensen) | überfüllt (a) (mensen) |
boordevol (a) (hoeveelheid) | übervoll (a) (hoeveelheid) |
boordevol (a) (voorwerpen) | überfüllt (a) (voorwerpen) |
boordevol (a) (mensen) | gerammelt voll (a) (mensen) |