binden (v) (bijeenbinden) | binden (v) (bijeenbinden) |
binden (v) (vloeistof) | binden (v) (vloeistof) |
binden (v) (boeken) | einbinden (v) (boeken) |
binden (v) (koord) | binden (v) (koord) |
binden (v) (vloeistof) | abbinden (v) (vloeistof) |
binden (v) (Familie) | verbinden (v) (Familie) |
binden (v) (bijeenbinden) | verbinden (v) (bijeenbinden) |
binden (v) (belofte) | binden (v) (belofte) |
iemand binden aan | jemanden festlegen auf |