Beuzelen — vertaling Nederlandse Duits. Vertalen Beuzelen in Duits

beuzelen (n) (n) (algemeen)	bummeln (n) (n) (algemeen)
gebeuzeld beuzelen beuzelt beuzelden beuzelde	gebummelt bummelst bummeln bummelten bummeltest bummle
beuzelen (n) (n) (algemeen)	trödeln (n) (n) (algemeen)
beuzelen (n) (v) (plaats)	herumlungern (v) (plaats)
gebeuzeld beuzelen beuzelt beuzelden beuzelde	herumgelungert lungern herum lungerst herum lungerten herum lungertest herum lung(e)re herum
beuzelen (n) (v) (gesprek)	Schwatzen (v) (gesprek)
gebeuzeld beuzelen beuzelt beuzelden beuzelde	geschwatzt schwatzt schwatzen schwatztest schwatzten schwatz(e)
beuzelen (n) (v) (plaats)	herumbummeln (v) (plaats)
gebeuzeld beuzelen beuzelt beuzelden beuzelde	herumgebummelt bummeln herum bummelst herum bummelten herum bummeltest herum bumm(e)le herum
beuzelen (n) (v) (gesprek)	plappern (v) (gesprek)
gebeuzeld beuzelen beuzelt beuzelden beuzelde	geplappert plapperst plappern plapperten plappertest plapp(e)re
beuzelen (n) (v) (gedrag)	tüfteln (v) (gedrag)
beuzelen (n) (v) (gedrag)	nörgeln (v) (gedrag)
beuzelen (n) (v) (plaats)	trödeln (v) (plaats)

Vertalen Beuzelen in andere talen

Beuzelen — Nederlandse Duits vertaling9 vertalingen gevonden