betrekking (f) (n) (beroep) | Position (f) (n) (beroep) |
betrekking (f) (n) | Beziehung (f) (n) |
betrekking (f) (n) (correlatie) | Zusammenhang (m) (n) (correlatie) |
betrekking (f) (n) (correlatie) | Bezug (m) (n) (correlatie) |
betrekking (f) (n) (Verband) | Zusammenhang (m) (n) (Verband) |
betrekking (f) (n) (beroep) | Posten (m) (n) (beroep) |
betrekking (f) (n) (beroep) | Stelle (f) (n) (beroep) |
betrekking (f) (n) (Verband) | Beziehung (f) (n) (Verband) |
betrekking (f) (n) (beroep) | Anstellung (f) (n) (beroep) |
betrekking (f) (n) (beroep) | Amt (n) (n) (beroep) |
onbezette betrekking | unbesetzte Stelle |