Belasteren — Nederlandse Duits vertaling16 vertalingen gevonden

belasteren (v) (persoon) beschmieren (v) (persoon)
belasteren (v) (reputatie) besudeln (v) (reputatie)
belasteren (v) (blasfemeren) verleumden (v) (blasfemeren)
belasteren (v) (persoon) anschwärzen (v) (persoon)
belasteren (v) (persoon) schlecht machen (v) (persoon)
belasteren (v) (persoon) besudeln (v) (persoon)
belasteren (v) (algemeen) verleumden (v) (algemeen)
belasteren (v) (blasfemeren) schmähen (v) (blasfemeren)
belasteren (v) (reputatie) Beflecken (v) (reputatie)
belasteren (v) (persoon) diffamieren (v) (persoon)
belasteren (v) (persoon) beschmutzen (v) (persoon)
belasteren (v) (persoon) verleumden (v) (persoon)
belasteren (v) (blasfemeren) lästern (v) (blasfemeren)
belasteren (v) (algemeen) diffamieren (v) (algemeen)
belasteren (v) (blasfemeren) beschimpfen (v) (blasfemeren)
belasteren (v) (persoon) verunglimpfen (v) (persoon)
Vertalen Belasteren in andere talen
Vertalen belasteren in Engels
Vertalen belasteren in Frans
Vertalen belasteren in Italiaans
Vertalen belasteren in Spaans
Vertalen belasteren in Portugees
Vertalen belasteren in Sloveens
Vertalen belasteren in Pools
Vertalen belasteren in Tsjechisch