en
es
pt
nl
de
fr
it
sv
pl
cs
lang
db
Afzonderen
— Nederlandse Duits vertaling
3 vertalingen gevonden
afzonderen
(v)
(politiek)
trennen
(v)
(politiek)
afgezonderd
zonderen af
zondert af
zonderde af
zonderden af
getrennt
trennst
trennen
trennten
trenntest
trenn(e)
afzonderen
(v)
(afsluiten)
absperren
(v)
(afsluiten)
afgezonderd
zonderen af
zondert af
zonderde af
zonderden af
abgesperrt
sperren ab
sperrst ab
sperrtest ab
sperrten ab
sperr(e) ab
afzonderen
(v)
(afsluiten)
absondern
(v)
(afsluiten)
afgezonderd
zonderen af
zondert af
zonderde af
zonderden af
abgesondert
sonderst ab
sondern ab
sondertest ab
sonderten ab
sond(e)re ab
Afzonderen
Voorbeelden
2 voorbeelden gevonden
zich afzonderen
absondern
zich afzonderen
sich absondern
Vertalen
Afzonderen
in andere talen
—
Vertalen afzonderen in Engels
—
Vertalen afzonderen in Frans
—
Vertalen afzonderen in Italiaans
—
Vertalen afzonderen in Spaans
—
Vertalen afzonderen in Portugees
—
Vertalen afzonderen in Sloveens
—
Vertalen afzonderen in Pools
—
Vertalen afzonderen in Tsjechisch