aftakelen | verschlechtern |
aftakelen (v) (persoon) | auf dem absteigenden Ast sein (v) (persoon) |
aftakelen (v) (bedrijf) | zurückgehen (v) (bedrijf) |
aftakelen (v) (persoon) | herunterkommen (v) (persoon) |
aftakelen (v) (bedrijf) | sich verschlechtern (v) (bedrijf) |
aftakelen (v) (persoon) | bergabwärts gehen (v) (persoon) |
aftakelen (v) (persoon) | sich verschlechtern (v) (persoon) |
aftakelen (v) (bedrijf) | bergabwärts gehen (v) (bedrijf) |