en
es
pt
nl
de
fr
it
sv
pl
cs
lang
db
Afslanken
— Nederlandse Duits vertaling
6 vertalingen gevonden
afslanken
(n)
(n)
(lichaam)
Entschlackung
(n)
(n)
(lichaam)
afslanken
(n)
(n)
(lichaam)
abnehmen
(n)
(n)
(lichaam)
afgeslankt
slankt af
slanken af
slankte af
slankten af
abgenommen
nehmen ab
nimmst ab
nahmen ab
nahmst ab
nimm ab
afslanken
(n)
(v)
(personeelsbestand)
verkleinern
(v)
(personeelsbestand)
afgeslankt
slankt af
slanken af
slankte af
slankten af
verkleinert
verkleinern
verkleinerst
verkleinertest
verkleinerten
verklein(e)re
afslanken
(n)
(v)
(personeelsbestand)
reduzieren
(v)
(personeelsbestand)
afgeslankt
slankt af
slanken af
slankte af
slankten af
reduziert
reduzierst
reduzieren
reduziertest
reduzierten
reduziere
afslanken
(n)
(v)
(lichaam)
abmagern
(v)
(lichaam)
afgeslankt
slankt af
slanken af
slankte af
slankten af
abgemagert
magerst ab
magern ab
magerten ab
magertest ab
mag(e)re ab
afslanken
(n)
(v)
(personeelsbestand)
abbauen
(v)
(personeelsbestand)
afgeslankt
slankt af
slanken af
slankte af
slankten af
abgebaut
bauen ab
baust ab
bauten ab
bautest ab
bau(e) ab
Vertalen
Afslanken
in andere talen
—
Vertalen afslanken in Engels
—
Vertalen afslanken in Frans
—
Vertalen afslanken in Italiaans
—
Vertalen afslanken in Spaans
—
Vertalen afslanken in Portugees
—
Vertalen afslanken in Sloveens
—
Vertalen afslanken in Pools
—
Vertalen afslanken in Tsjechisch