Afschepen — vertaling Nederlandse Duits. Vertalen Afschepen in Duits

afschepen	entledigen
afgescheept scheept af schepen af scheepte af scheepten af	entledigt entledigst entledigen entledigtest entledigten entledige
afschepen	befreien
afgescheept scheept af schepen af scheepte af scheepten af	befreit befreien befreist befreiten befreitest befrei(e)
afschepen (v) (persoon)	sich entledigen (v) (persoon)
afschepen (v) (persoon)	sich befreien (v) (persoon)
afschepen (v) (excuseren)	abwimmeln (v) (excuseren)
afgescheept scheept af schepen af scheepte af scheepten af	abgewimmelt wimmelst ab wimmeln ab wimmelten ab wimmeltest ab wimmle ab
afschepen (v) (excuseren)	abfertigen (v) (excuseren)
afgescheept scheept af schepen af scheepte af scheepten af	abgefertigt fertigst ab fertigen ab fertigtest ab fertigten ab fertig(e) ab

Vertalen Afschepen in andere talen

Afschepen — Nederlandse Duits vertaling6 vertalingen gevonden