achtereenvolgens (o) (volgorde) | einer nach dem anderen (o) (volgorde) |
achtereenvolgens (o) (volgorde) | jeweils (o) (volgorde) |
achtereenvolgens (o) (tijd) | nacheinander (o) (tijd) |
achtereenvolgens (o) (volgorde) | der Reihe nach (o) (volgorde) |
achtereenvolgens (o) (tijd) | ununterbrochen (o) (tijd) |
achtereenvolgens (o) (volgorde) | nacheinander (o) (volgorde) |
achtereenvolgens (o) (tijd) | hintereinander (o) (tijd) |