aansporen (v) (aanmanen) | ermahnen (v) (aanmanen) |
aansporen (v) (persoon) | anregen (v) (persoon) |
aansporen (v) (persoon) | anstiften (v) (persoon) |
aansporen (v) (aanmanen) | zureden (v) (aanmanen) |
aansporen (v) (Werk) | anspornen (v) (Werk) |
aansporen tot | anspornen |
aansporen tot | antreiben |