Arm — Nederlandse Duits vertaling16 vertalingen gevonden

arm (m) (n) (anatomie) arm (m) (n) (anatomie)
arm (m) (n) (zee) arm (m) (n) (zee)
arm (m) (n) (zee) Meeresarm (m) (n) (zee)
arm (m) (a) (persoon) arm (a) (persoon)
arm (m) (a) (persoon) ruiniert (a) (persoon)
arm (m) (a) (armoede) armselig (a) (armoede)
arm (m) (a) (armoede) bedürftig (a) (armoede)
arm (m) (a) (armoede) dürftig (a) (armoede)
arm (m) (a) (armoede) unterprivilegiert (a) (armoede)
arm (m) (a) (persoon) mittellos (a) (persoon)
arm (m) (a) (armoede) verarmt (a) (armoede)
arm (m) (a) (armoede) unbemittelt (a) (armoede)
arm (m) (a) (armoede) arm (a) (armoede)
arm (m) (a) (persoon) völlig heruntergekommen (a) (persoon)
arm (m) (a) (armoede) Not leidend (a) (armoede)
arm (m) (a) (armoede) benachteiligt (a) (armoede)
Arm Voorbeelden3 voorbeelden gevonden
arm worden verarmen
arm worden in Armut verfallen
arm worden arm werden
Vertalen Arm in andere talen
Vertalen arm in Engels
Vertalen arm in Frans
Vertalen arm in Italiaans
Vertalen arm in Spaans
Vertalen arm in Portugees
Vertalen arm in Sloveens
Vertalen arm in Pools
Vertalen arm in Tsjechisch