verzwakt (a) (gezondheid) | försvagad (a) (gezondheid) |
verzwakt (a) (effect) | försämrad (a) (effect) |
verzwakt (a) (gezondheid) | skadad (a) (gezondheid) |
verzwakt (a) (effect) | nedsatt (a) (effect) |
verzwakt (a) (effect) | försvagad (a) (effect) |
verzwakt (a) (gezichtsvermogen) | försämrad (a) (gezichtsvermogen) |
verzwakt (a) (gezondheid) | försämrad (a) (gezondheid) |
verzwakt (a) (gezichtsvermogen) | försvagad (a) (gezichtsvermogen) |
verzwakt (a) (gezondheid) | nedsatt (a) (gezondheid) |
verzwakt (a) (gezichtsvermogen) | skadad (a) (gezichtsvermogen) |
verzwakt (a) (gehoor) | nedsatt (a) (gehoor) |
verzwakt (a) (effect) | skadad (a) (effect) |
verzwakt (a) (gezichtsvermogen) | nedsatt (a) (gezichtsvermogen) |