verzwakken (v) (moed) | förslappa (v) (moed) |
verzwakken (v) (kracht) | skada (v) (kracht) |
verzwakken (v) (kracht) | utmatta (v) (kracht) |
verzwakken (v) (effect) | försämra (v) (effect) |
verzwakken (v) (effect) | sätta ned (v) (effect) |
verzwakken (v) (verklaring) | mildra (v) (verklaring) |
verzwakken (v) (moed) | förvekliga (v) (moed) |
verzwakken (v) (kracht) | göra kraftlös (v) (kracht) |
verzwakken (v) (kracht) | vackla (v) (kracht) |
verzwakken (v) (effect) | förslappa (v) (effect) |
verzwakken (v) (effect) | skada (v) (effect) |
verzwakken (v) (moed) | försämra (v) (moed) |
verzwakken (v) (kracht) | försvaga (v) (kracht) |
verzwakken (v) (gezondheid) | förvekliga (v) (gezondheid) |
verzwakken (v) (gezondheid) | bli svagare (v) (gezondheid) |
verzwakken (v) (gezondheid) | sätta ned (v) (gezondheid) |
verzwakken (v) (kracht) | bli osäker (v) (kracht) |
verzwakken (v) (gezondheid) | försvaga (v) (gezondheid) |
verzwakken (v) (effect) | utmatta (v) (effect) |
verzwakken (v) (gezondheid) | försämra (v) (gezondheid) |
verzwakken (v) (gezichtsvermogen) | sätta ned (v) (gezichtsvermogen) |
verzwakken (v) (gezondheid) | göra svagare (v) (gezondheid) |
verzwakken (v) (hoop) | dö bort (v) (hoop) |
verzwakken (v) (effect) | göra kraftlös (v) (effect) |
verzwakken (v) (vertrouwen) | underminera (v) (vertrouwen) |
verzwakken (v) (gezondheid) | förslappa (v) (gezondheid) |
verzwakken (v) (gezichtsvermogen) | skada (v) (gezichtsvermogen) |
verzwakken (v) (moed) | försvaga (v) (moed) |
verzwakken (v) (effect) | vackla (v) (effect) |
verzwakken (v) (kracht) | förvekliga (v) (kracht) |
verzwakken (v) (zwakker maken) | göra svagare (v) (zwakker maken) |
verzwakken (v) (vertrouwen) | undergräva (v) (vertrouwen) |
verzwakken (v) (gezondheid) | göra kraftlös (v) (gezondheid) |
verzwakken (v) (zwakker maken) | försvaga (v) (zwakker maken) |
verzwakken (v) (gezichtsvermogen) | försvaga (v) (gezichtsvermogen) |
verzwakken (v) (gezondheid) | skada (v) (gezondheid) |
verzwakken (v) (gezichtsvermogen) | försämra (v) (gezichtsvermogen) |
verzwakken (v) (moed) | göra kraftlös (v) (moed) |
verzwakken (v) (gezondheid) | göra matt (v) (gezondheid) |
verzwakken (v) (zwakker maken) | göra kraftlös (v) (zwakker maken) |
verzwakken (v) (gezondheid) | ta på (v) (gezondheid) |
verzwakken (v) (kracht) | förslappa (v) (kracht) |
verzwakken (v) (moed) | skada (v) (moed) |
verzwakken (v) (gezondheid) | utmatta (v) (gezondheid) |
verzwakken (v) (gezondheid) | vackla (v) (gezondheid) |
verzwakken (v) (effect) | förvekliga (v) (effect) |
verzwakken (v) (gezondheid) | bli osäker (v) (gezondheid) |
verzwakken (v) (hoop) | försvinna (v) (hoop) |
verzwakken (v) (moed) | bli osäker (v) (moed) |
verzwakken (v) (moed) | vackla (v) (moed) |
verzwakken (v) (effect) | försvaga (v) (effect) |
verzwakken (v) (verklaring) | göra urvattnad (v) (verklaring) |
verzwakken (v) (kracht) | försämra (v) (kracht) |
verzwakken (v) (zwakker maken) | förslappa (v) (zwakker maken) |
verzwakken (v) (kracht) | göra matt (v) (kracht) |
verzwakken (v) (effect) | bli osäker (v) (effect) |
verzwakken (v) (gezichtsvermogen) | ta på (v) (gezichtsvermogen) |
verzwakken (v) (moed) | utmatta (v) (moed) |