Hebben — Nederlandse Sloveens vertaling1 vertaling

hebben (v) (algemeen) ha (v) (algemeen)
Hebben Voorbeelden100 voorbeelden gevonden
aan hebben bära
aan hebben ha på sig
abuis hebben vara fel
abuis hebben ta fel
abuis hebben missta sig
abuis hebben göra ett fel
belang hebben beteckna
belang hebben märka
belang hebben sätta spår hos
belang hebben betyda
de hik hebben hicka
gasten hebben ha främmande
gasten hebben ta emot gäster
geluk hebben ha tur
het hebben over tala om
honger hebben vara hungrig
last hebben van vara besvärad
last hebben van vara plågad
last hebben van lida av
last hebben van plågas av
niet hebben lida brist på
niet hebben sakna
nodig hebben kräva
nodig hebben behöva
nodig hebben nödvändiggöra
pech hebben vara förföljd av otur
pech hebben inte ha tur längre
pech hebben ha otur
pijn hebben göra ont
pijn hebben värka
pret hebben ha roligt
pret hebben over vara road av
spijt hebben begråta
spijt hebben sörja
spijt hebben jämra sig
spijt hebben vara bedrövad
spijt hebben djupt beklaga
spijt hebben sympatisera
spijt hebben beklaga
spijt hebben hysa medlidande med
spijt hebben ömka
spijt hebben ångra
succes hebben ha framgång
succes hebben ha framgång
succes hebben lyckas
succes hebben lyckas
vrij hebben inte behöva arbeta
vrij hebben vara ledig
vrijaf hebben inte behöva arbeta
vrijaf hebben vara ledig
zin hebben vara vettigt
zin hebben vara begripligt
in de zin hebben ha tanke på att
in de zin hebben ha för avsikt att
in de zin hebben tänka
in de zin hebben ha för avsikt
in de zin hebben ämna
altijd geluk hebben ha tur
geen geluk hebben vara förföljd av otur
geen geluk hebben inte ha tur längre
geen geluk hebben ha otur
medelijden hebben met känna för
medelijden hebben met känna för
medelijden hebben met ha medlidande med
medelijden hebben met ha medlidande med
medelijden hebben met tycka synd om
medelijden hebben met tycka synd om
bezwaar hebben tegen invända mot
bezwaar hebben tegen vända sig mot
een buitenechtelijke verhouding hebben ha ett förhållande
een buitenechtelijke verhouding hebben ha en kärleksaffär
betrekking hebben op avse
betrekking hebben op stå i relation till
een ongeluk hebben råka ut för en olycka
innerlijk plezier hebben vara skadeglad över
innerlijk plezier hebben småskratta för sig själv
niets meer hebben inte ha några kvar
niets omhanden hebben inte ha något för sig
niets omhanden hebben vara sysslolös
niets te maken hebben met dit punt inte höra till ämnet
recht hebben op vara värd
recht hebben op tjäna
recht hebben op förtjäna
spijt hebben van begråta
spijt hebben van sörja
spijt hebben van jämra sig
spijt hebben van vara bedrövad
spijt hebben van djupt beklaga
spijt hebben van sympatisera
spijt hebben van beklaga
spijt hebben van hysa medlidande med
spijt hebben van ömka
spijt hebben van ångra
geen succes hebben falla med dunder och brak
geen succes hebben göra fiasko
geen succes hebben spricka
tijd hebben voor komma sig för med
tijd hebben voor få möjlighet till
tijd hebben voor få tillfälle till
tijd hebben voor få tid med
Vertalen Hebben in andere talen
Vertalen hebben in Engels
Vertalen hebben in Duits
Vertalen hebben in Frans
Vertalen hebben in Italiaans
Vertalen hebben in Spaans
Vertalen hebben in Portugees
Vertalen hebben in Pools
Vertalen hebben in Tsjechisch