Fijn — Nederlandse Sloveens vertaling71 vertaling

fijn (a) (gebeurtenis) angenäm (a) (gebeurtenis)
fijn (a) (lichaam) smärt (a) (lichaam)
fijn (a) (weer) angenäm (a) (weer)
fijn (a) (substantie) tunn (a) (substantie)
fijn (a) (lichaam) mager (a) (lichaam)
fijn (a) (persoon) vacker (a) (persoon)
fijn (a) (textiel) finspunnen (a) (textiel)
fijn (a) (textiel) utsökt (a) (textiel)
fijn (a) (persoon) älskvärd (a) (persoon)
fijn (a) (smaak) mjuk (a) (smaak)
fijn (a) (persoon) förtjusande (a) (persoon)
fijn (a) (weer) behaglig (a) (weer)
fijn (a) (lichaam) späd (a) (lichaam)
fijn (a) (gebeurtenis) njutbar (a) (gebeurtenis)
fijn (a) (lichaam) slank (a) (lichaam)
fijn (a) (persoon) bedårande (a) (persoon)
fijn (a) (smaak) läcker (a) (smaak)
fijn (a) (diameter) mjuk (a) (diameter)
fijn (a) (textiel) siden- (a) (textiel)
fijn (a) (kwaliteit) utmärkt (a) (kwaliteit)
fijn (a) (kwaliteit) len (a) (kwaliteit)
fijn (a) (diameter) smärt (a) (diameter)
fijn (a) (substantie) len (a) (substantie)
fijn (a) (kwaliteit) tunn (a) (kwaliteit)
fijn (a) (diameter) mager (a) (diameter)
fijn (a) (diameter) utmärkt (a) (diameter)
fijn (a) (kwaliteit) fin (a) (kwaliteit)
fijn (a) (kwaliteit) trevlig (a) (kwaliteit)
fijn (a) (persoon) söt (a) (persoon)
fijn (a) (diameter) fin (a) (diameter)
fijn (a) (gebeurtenis) trevlig (a) (gebeurtenis)
fijn (a) (gebeurtenis) behaglig (a) (gebeurtenis)
fijn (a) (persoon) vänlig (a) (persoon)
fijn (a) (kwaliteit) mjuk (a) (kwaliteit)
fijn (a) (vrouw) nätt (a) (vrouw)
fijn (a) (persoon) tilltalande (a) (persoon)
fijn (a) (weer) vacker (a) (weer)
fijn (a) (gebeurtenis) fin (a) (gebeurtenis)
fijn (a) (gebeurtenis) utmärkt (a) (gebeurtenis)
fijn (a) (diameter) tunn (a) (diameter)
fijn (a) (smaak) fin (a) (smaak)
fijn (a) (diameter) smal (a) (diameter)
fijn (a) (smaak) len (a) (smaak)
fijn (a) (textiel) tunn (a) (textiel)
fijn (a) (kwaliteit) njutbar (a) (kwaliteit)
fijn (a) (persoon) attraktiv (a) (persoon)
fijn (a) (textiel) mjuk (a) (textiel)
fijn (a) (weer) trevlig (a) (weer)
fijn (a) (textiel) utmärkt (a) (textiel)
fijn (a) (textiel) len (a) (textiel)
fijn (a) (kwaliteit) behaglig (a) (kwaliteit)
fijn (a) (diameter) len (a) (diameter)
fijn (a) (persoon) rar (a) (persoon)
fijn (a) (substantie) fin (a) (substantie)
fijn (a) (lichaam) tunn (a) (lichaam)
fijn (a) (persoon) intagande (n) (a) (persoon)
fijn (a) (gebeurtenis) vacker (a) (gebeurtenis)
fijn (a) (weer) fin (a) (weer)
fijn (a) (smaak) utsökt (a) (smaak)
fijn (a) (persoon) älsklig (a) (persoon)
fijn (a) (substantie) mjuk (a) (substantie)
fijn (a) (lichaam) smal (a) (lichaam)
fijn (a) (kwaliteit) angenäm (a) (kwaliteit)
fijn (a) (diameter) späd (a) (diameter)
fijn (a) (weer) njutbar (a) (weer)
fijn (a) (diameter) slank (a) (diameter)
fijn (a) (persoon) charmig (a) (persoon)
fijn (a) (textiel) läcker (a) (textiel)
fijn (a) (persoon) gudomlig (a) (persoon)
fijn (a) (textiel) fin (a) (textiel)
fijn (a) (substantie) utmärkt (a) (substantie)
Fijn Voorbeelden1 Bijvoorbeeld gevonden
met zeer fijn maaswerk finmaskig
Vertalen Fijn in andere talen
Vertalen fijn in Engels
Vertalen fijn in Duits
Vertalen fijn in Frans
Vertalen fijn in Italiaans
Vertalen fijn in Spaans
Vertalen fijn in Portugees
Vertalen fijn in Pools
Vertalen fijn in Tsjechisch