en
es
pt
nl
de
fr
it
sv
pl
cs
lang
db
Hebben
— Nederlandse Portugees vertaling
2 vertalingen gevonden
hebben
(v)
(algemeen)
haver
(v)
(algemeen)
gehad
hebben
hebt
had
hadden
havido
hás
hão
haviam
havias
hebben
(v)
(algemeen)
ter
(v)
(algemeen)
gehad
hebben
hebt
had
hadden
tido
tens
têm
tinham
tinhas
Hebben
Voorbeelden
114 voorbeelden gevonden
aan hebben
usar
aan hebben
vestir
abuis hebben
estar enganado
abuis hebben
equivocar-se
abuis hebben
estar errado
abuis hebben
enganar-se
abuis hebben
errar
abuis hebben
cometer um erro
belang hebben
significar
belang hebben
marcar
belang hebben
representar
de hik hebben
soluçar
gasten hebben
receber
gasten hebben
dar recepção
gasten hebben
dar festas
geluk hebben
ter sorte
geluk hebben
ter boa sorte
geluk hebben
ser sortudo
het hebben over
falar de
het hebben over
falar sobre
honger hebben
estar com fome
honger hebben
estar faminto
last hebben van
sofrer
last hebben van
ser atormentado por
last hebben van
ser atormentado
last hebben van
ser castigado
niet hebben
sentir falta de
niet hebben
estar sem
niet hebben
não ter
niet hebben
carecer de
niet hebben
notar a falta de
nodig hebben
requerer
nodig hebben
precisar
nodig hebben
necessitar
pech hebben
não ter boa sorte
pech hebben
estar sem sorte
pech hebben
estar com azar
pijn hebben
ser doloroso
pijn hebben
machucar
pijn hebben
doer
pret hebben
divertir-se
pret hebben over
divertir-se com
spijt hebben
lamentar
spijt hebben
lastimar-se
spijt hebben
condoer-se
spijt hebben
estar desolado
spijt hebben
deplorar
spijt hebben
solidarizar-se
spijt hebben
lamentar-se
spijt hebben
comiserar-se
spijt hebben
penalizar-se
spijt hebben
compadecer-se
spijt hebben
sentir
succes hebben
ter sucesso
succes hebben
sair-se bem
succes hebben
triunfar
succes hebben
ter êxito
succes hebben
prosperar
vrij hebben
não ter que trabalhar
vrij hebben
estar de folga
vrijaf hebben
não ter que trabalhar
vrijaf hebben
estar de folga
zin hebben
fazer sentido
in de zin hebben
ter o propósito de
in de zin hebben
ter intenção de
in de zin hebben
querer
in de zin hebben
tencionar
in de zin hebben
ter em mente
altijd geluk hebben
ter muita sorte
geen geluk hebben
não ter boa sorte
geen geluk hebben
estar sem sorte
geen geluk hebben
estar com azar
medelijden hebben met
ser solidário com o sofrimento de
medelijden hebben met
compadecer-se de
medelijden hebben met
compadecer-se de
medelijden hebben met
ser solidário com o sofrimento de
medelijden hebben met
sentir pena de
medelijden hebben met
compadecer-se por
medelijden hebben met
sentir pena de
medelijden hebben met
compadecer-se por
bezwaar hebben tegen
ser contra
bezwaar hebben tegen
objetar a
een buitenechtelijke verhouding hebben
ter um caso
een buitenechtelijke verhouding hebben
ter um caso amoroso
betrekking hebben op
dizer respeito a
betrekking hebben op
referir-se a
betrekking hebben op
concernir
een ongeluk hebben
ter um acidente
een ongeluk hebben
sofrer um acidente
innerlijk plezier hebben
rir-se por dentro
innerlijk plezier hebben
rir da desgraça alheia
niets meer hebben
estar sem
niets meer hebben
ficar sem
niets omhanden hebben
não ter o que fazer
niets te maken hebben met dit punt
não vir ao caso
niets te maken hebben met dit punt
não ser pertinente
recht hebben op
ser digno de
recht hebben op
merecer
spijt hebben van
lamentar
spijt hebben van
lastimar-se
spijt hebben van
condoer-se
spijt hebben van
estar desolado
spijt hebben van
deplorar
spijt hebben van
solidarizar-se
spijt hebben van
lamentar-se
spijt hebben van
comiserar-se
spijt hebben van
penalizar-se
spijt hebben van
compadecer-se
spijt hebben van
sentir
geen succes hebben
falhar
geen succes hebben
não ter sucesso
geen succes hebben
fracassar
tijd hebben voor
encontrar tempo para
tijd hebben voor
ter tempo para
Vertalen
Hebben
in andere talen
—
Vertalen hebben in Engels
—
Vertalen hebben in Duits
—
Vertalen hebben in Frans
—
Vertalen hebben in Italiaans
—
Vertalen hebben in Spaans
—
Vertalen hebben in Sloveens
—
Vertalen hebben in Pools
—
Vertalen hebben in Tsjechisch