Zaak — Nederlandse Italiaans vertaling40 vertalingen gevonden

zaak (m) (n) (handel) società (f) (n) (handel)
zaak (m) (n) (boodschappen) impresa (f) (n) (boodschappen)
zaak (m) (n) (geneeskunde) caso (m) (n) (geneeskunde)
zaak (m) (n) (handel) affare (m) (n) (handel)
zaak (m) (n) (bedrijf) organizzazione (f) (n) (bedrijf)
zaak (m) (n) (boodschappen) negozio (m) (n) (boodschappen)
zaak (m) (n) (bedrijf) società (f) (n) (bedrijf)
zaak (m) (n) (aangelegenheid) causa (f) (n) (aangelegenheid)
zaak (m) (n) (bedrijf) azienda (f) (n) (bedrijf)
zaak (m) (n) (handel) bottega (f) (n) (handel)
zaak (m) (n) (boodschappen) affare (m) (n) (boodschappen)
zaak (m) (n) (bedrijf) negozio (m) (n) (bedrijf)
zaak (m) (n) (Winkel) società (f) (n) (Winkel)
zaak (m) (n) (probleem) questione (f) (n) (probleem)
zaak (m) (n) (rechten) causa (f) (n) (rechten)
zaak (m) (n) (handel) azienda (f) (n) (handel)
zaak (m) (n) (handel) negozio (m) (n) (handel)
zaak (m) (n) (handel) impresa (f) (n) (handel)
zaak (m) (n) (boodschappen) società (f) (n) (boodschappen)
zaak (m) (n) (boodschappen) bottega (f) (n) (boodschappen)
zaak (m) (n) (bedrijf) bottega (f) (n) (bedrijf)
zaak (m) (n) (aangelegenheid) affare (m) (n) (aangelegenheid)
zaak (m) (n) (Winkel) organizzazione (f) (n) (Winkel)
zaak (m) (n) (probleem) problema (m) (n) (probleem)
zaak (m) (n) (aangelegenheid) processo (m) (n) (aangelegenheid)
zaak (m) (n) (rechten) faccenda (f) (n) (rechten)
zaak (m) (n) (Winkel) azienda (f) (n) (Winkel)
zaak (m) (n) (rechten) affare (m) (n) (rechten)
zaak (m) (n) (Winkel) impresa (f) (n) (Winkel)
zaak (m) (n) (bedrijf) stabilimento (m) (n) (bedrijf)
zaak (m) (n) (bedrijf) impresa (f) (n) (bedrijf)
zaak (m) (n) (Winkel) bottega (f) (n) (Winkel)
zaak (m) (n) (bedrijf) affare (m) (n) (bedrijf)
zaak (m) (n) (boodschappen) organizzazione (f) (n) (boodschappen)
zaak (m) (n) (handel) organizzazione (f) (n) (handel)
zaak (m) (n) (rechten) processo (m) (n) (rechten)
zaak (m) (n) (aangelegenheid) faccenda (f) (n) (aangelegenheid)
zaak (m) (n) (boodschappen) azienda (f) (n) (boodschappen)
zaak (m) (n) (Winkel) affare (m) (n) (Winkel)
zaak (m) (n) (Winkel) negozio (m) (n) (Winkel)
Zaak Voorbeelden30 voorbeelden gevonden
een hopeloze zaak zijn essere una causa persa
een hopeloze zaak zijn combattere per una causa persa
betreffende die zaak riguardo a
betreffende die zaak relativamente a
betreffende die zaak con riferimento a
de zaak zijn van dipendere da
een netelige zaak una patata bollente
een netelige zaak una faccenda difficile
een netelige zaak un tema delicato
een uitgemaakte zaak zijn essere un fatto scontato
een verloren zaak zijn essere una causa persa
een verloren zaak zijn combattere per una causa persa
een zaak aanhangig maken voor de rechtbank portare un caso in tribunale
een zaak beginnen istituire
een zaak beginnen intraprendere l'attività di
een zaak beginnen fondare
een zaak opzetten istituire
een zaak opzetten intraprendere l'attività di
een zaak opzetten fondare
een zaak voor de rechtbank brengen portare un caso in tribunale
hopeloze zaak causa persa
privé-zaak faccenda privata
privé-zaak affare privato
verkeken zaak causa persa
verloren zaak causa persa
wat die zaak betreft riguardo a
wat die zaak betreft relativamente a
wat die zaak betreft con riferimento a
zijn aandeel in een zaak verkopen vendere la propria parte dell'impresa
zijn zaak verkopen vendere
Vertalen Zaak in andere talen
Vertalen zaak in Engels
Vertalen zaak in Duits
Vertalen zaak in Frans
Vertalen zaak in Spaans
Vertalen zaak in Portugees
Vertalen zaak in Sloveens
Vertalen zaak in Pools
Vertalen zaak in Tsjechisch