schaden
(v)
(gezichtsvermogen)
|
rovinare
(v)
(gezichtsvermogen)
|
geschaad
schaadt
schaden
schaadden
schaadde
|
rovinando
rovinano
rovini
rovinavano
rovinavi
|
schaden
(v)
(schade berokkenen)
|
danneggiare
(v)
(schade berokkenen)
|
geschaad
schaadt
schaden
schaadden
schaadde
|
danneggiando
danneggi
danneggiano
danneggiavano
danneggiavi
|
schaden
(v)
(gezondheid)
|
guastare
(v)
(gezondheid)
|
geschaad
schaadt
schaden
schaadden
schaadde
|
guastando
guastano
guasti
guastavano
guastavi
|
schaden
(v)
(gezondheid)
|
nuocere a
(v)
(gezondheid)
|
schaden
(v)
(gezichtsvermogen)
|
recare danno a
(v)
(gezichtsvermogen)
|
schaden
(v)
(schade berokkenen)
|
nuocere
(v)
(schade berokkenen)
|
geschaad
schaadt
schaden
schaadden
schaadde
|
nocendo
nocciono
nuoci
nocevano
nocevi
|
schaden
(v)
(reputatie)
|
colpire
(v)
(reputatie)
|
geschaad
schaadt
schaden
schaadden
schaadde
|
colpendo
colpisci
colpiscono
colpivano
colpivi
|
schaden
(v)
(gezichtsvermogen)
|
guastare
(v)
(gezichtsvermogen)
|
geschaad
schaadt
schaden
schaadden
schaadde
|
guastando
guastano
guasti
guastavano
guastavi
|
schaden
(v)
(gezondheid)
|
nuocere
(v)
(gezondheid)
|
geschaad
schaadt
schaden
schaadden
schaadde
|
nocendo
nocciono
nuoci
nocevano
nocevi
|
schaden
(v)
(reputatie)
|
rovinare
(v)
(reputatie)
|
geschaad
schaadt
schaden
schaadden
schaadde
|
rovinando
rovinano
rovini
rovinavano
rovinavi
|
schaden
(v)
(gezondheid)
|
danneggiare
(v)
(gezondheid)
|
geschaad
schaadt
schaden
schaadden
schaadde
|
danneggiando
danneggi
danneggiano
danneggiavano
danneggiavi
|
schaden
(v)
(gezichtsvermogen)
|
deteriorare
(v)
(gezichtsvermogen)
|
geschaad
schaadt
schaden
schaadden
schaadde
|
deteriorando
deteriorano
deteriori
deterioravano
deterioravi
|
schaden
(v)
(gezichtsvermogen)
|
colpire
(v)
(gezichtsvermogen)
|
geschaad
schaadt
schaden
schaadden
schaadde
|
colpendo
colpisci
colpiscono
colpivano
colpivi
|
schaden
(v)
(reputatie)
|
nuocere a
(v)
(reputatie)
|
schaden
(v)
(schade berokkenen)
|
recare danno a
(v)
(schade berokkenen)
|
schaden
(v)
(gezondheid)
|
recare danno a
(v)
(gezondheid)
|
schaden
(v)
(schade berokkenen)
|
colpire
(v)
(schade berokkenen)
|
geschaad
schaadt
schaden
schaadden
schaadde
|
colpendo
colpisci
colpiscono
colpivano
colpivi
|
schaden
(v)
(effect)
|
guastare
(v)
(effect)
|
geschaad
schaadt
schaden
schaadden
schaadde
|
guastando
guastano
guasti
guastavano
guastavi
|
schaden
(v)
(gezichtsvermogen)
|
nuocere a
(v)
(gezichtsvermogen)
|
schaden
(v)
(schade berokkenen)
|
rovinare
(v)
(schade berokkenen)
|
geschaad
schaadt
schaden
schaadden
schaadde
|
rovinando
rovinano
rovini
rovinavano
rovinavi
|
schaden
(v)
(reputatie)
|
danneggiare
(v)
(reputatie)
|
geschaad
schaadt
schaden
schaadden
schaadde
|
danneggiando
danneggi
danneggiano
danneggiavano
danneggiavi
|
schaden
(v)
(effect)
|
danneggiare
(v)
(effect)
|
geschaad
schaadt
schaden
schaadden
schaadde
|
danneggiando
danneggi
danneggiano
danneggiavano
danneggiavi
|
schaden
(v)
(gezondheid)
|
deteriorare
(v)
(gezondheid)
|
geschaad
schaadt
schaden
schaadden
schaadde
|
deteriorando
deteriorano
deteriori
deterioravano
deterioravi
|
schaden
(v)
(reputatie)
|
nuocere
(v)
(reputatie)
|
geschaad
schaadt
schaden
schaadden
schaadde
|
nocendo
nocciono
nuoci
nocevano
nocevi
|
schaden
(v)
(reputatie)
|
recare danno a
(v)
(reputatie)
|
schaden
(v)
(gezichtsvermogen)
|
danneggiare
(v)
(gezichtsvermogen)
|
geschaad
schaadt
schaden
schaadden
schaadde
|
danneggiando
danneggi
danneggiano
danneggiavano
danneggiavi
|
schaden
(v)
(reputatie)
|
guastare
(v)
(reputatie)
|
geschaad
schaadt
schaden
schaadden
schaadde
|
guastando
guastano
guasti
guastavano
guastavi
|
schaden
(v)
(schade berokkenen)
|
nuocere a
(v)
(schade berokkenen)
|
schaden
(v)
(gezondheid)
|
rovinare
(v)
(gezondheid)
|
geschaad
schaadt
schaden
schaadden
schaadde
|
rovinando
rovinano
rovini
rovinavano
rovinavi
|
schaden
(v)
(schade berokkenen)
|
guastare
(v)
(schade berokkenen)
|
geschaad
schaadt
schaden
schaadden
schaadde
|
guastando
guastano
guasti
guastavano
guastavi
|
schaden
(v)
(gezondheid)
|
colpire
(v)
(gezondheid)
|
geschaad
schaadt
schaden
schaadden
schaadde
|
colpendo
colpisci
colpiscono
colpivano
colpivi
|
schaden
(v)
(effect)
|
deteriorare
(v)
(effect)
|
geschaad
schaadt
schaden
schaadden
schaadde
|
deteriorando
deteriorano
deteriori
deterioravano
deterioravi
|
schaden
(v)
(gezichtsvermogen)
|
nuocere
(v)
(gezichtsvermogen)
|
geschaad
schaadt
schaden
schaadden
schaadde
|
nocendo
nocciono
nuoci
nocevano
nocevi
|