Tijd — Nederlandse Frans vertaling17 vertalingen gevonden

tijd (m) (n) (horloge) temps (m) (n) (horloge)
tijd (m) (n) (algemeen) moment (m) (n) (algemeen)
tijd (m) (n) (algemeen) durée (f) (n) (algemeen)
tijd (m) (n) (duur) moment (m) (n) (duur)
tijd (m) (n) (duur) heure (f) (n) (duur)
tijd (m) (n) (linguïstiek) temps (m) (n) (linguïstiek)
tijd (m) (n) (horloge) moment (m) (n) (horloge)
tijd (m) (n) (horloge) durée (f) (n) (horloge)
tijd (m) (n) (linguïstiek) moment (m) (n) (linguïstiek)
tijd (m) (n) (linguïstiek) heure (f) (n) (linguïstiek)
tijd (m) (n) (algemeen) temps (m) (n) (algemeen)
tijd (m) (n) (duur) durée (f) (n) (duur)
tijd (m) (n) (linguïstiek) durée (f) (n) (linguïstiek)
tijd (m) (n) (horloge) heure (f) (n) (horloge)
tijd (m) (n) (duur) temps (m) (n) (duur)
tijd (m) (n) (verleden) époque (f) (n) (verleden)
tijd (m) (n) (algemeen) heure (f) (n) (algemeen)
Tijd Voorbeelden96 voorbeelden gevonden
benarde tijd moment pénible
benarde tijd période difficile
de hele tijd tout le temps
de hele tijd à tous moments
harde tijd moment pénible
harde tijd période difficile
in die tijd alors
in die tijd en ce temps-là
in die tijd à l'époque
in die tijd dans le temps
in die tijd plus tôt
in die tijd antérieur
in die tijd passé
in die tijd précédent
in die tijd ancien
in die tijd d'autrefois
lange tijd longtemps
net op tijd in extremis
net op tijd de justesse
op tijd de bonne heure
op tijd de bonne heure
op tijd tôt
op tijd tôt
op tijd à propos
op tijd opportun
op tijd opportun
op tijd à propos
op tijd à temps
op tijd à temps
over tijd attardé
over tijd tardif
over tijd ajourné
over tijd retardé
over tijd en retard
over tijd différé
over tijd en retard
rond die tijd à peu près
rond die tijd environ
tijd hebben voor trouver un moment pour
tijd hebben voor avoir le temps de
tijd rekken atermoyer
tijd rekken trouver des faux-fuyants
tijd rekken essayer de gagner du temps
tijd rekken tergiverser
tijd tekort komen manquer de temps
tijd verprutsen perdre son temps
tijd verprutsen gaspiller son temps
uit de tijd démodé
uit de tijd démodé
uit de tijd passé de mode
uit de tijd passé de mode
uit de tijd désuet
uit de tijd désuet
uit de tijd dépassé
uit de tijd antique
uit de tijd antique
uit de tijd dépassé
van die tijd de ce temps-là
van die tijd de l'époque
van tijd tot tijd de temps en temps
van tijd tot tijd de temps à autre
verleden tijd passé simple
verleden tijd prétérit
vrije tijd temps libre
vrije tijd loisir
zijn tijd vooruit avant-garde
zijn tijd vooruit avancé
op leeftijd assez âgé
op leeftijd d'un certain âge
openingstijd heure d'ouverture
in uw vrije tijd à votre bon plaisir
in uw vrije tijd à votre convenance
in zijn vrije tijd à sa convenance
voltooid verleden tijd plus-que-parfait
een lange tijd longuement
na lange tijd longtemps après
na lange tijd après un long moment
uit de tijd van Jacobus de eerste de l'époque de Jacques Premier
uit dezelfde tijd simultanément
uit dezelfde tijd contemporain
uit dezelfde tijd simultané
uit dezelfde tijd en même temps
uit dezelfde tijd du même temps
voltooid tegenwoordige tijd passé composé
een korte tijd un peu
een korte tijd pendant quelque temps
een korte tijd pendant quelque temps
een korte tijd un peu
een korte tijd un instant
een korte tijd un moment
een korte tijd un instant
een korte tijd un moment
voor deze tijd dans le passé
voor deze tijd anciennement
voor deze tijd jadis
voor deze tijd autrefois
Vertalen Tijd in andere talen
Vertalen tijd in Engels
Vertalen tijd in Duits
Vertalen tijd in Italiaans
Vertalen tijd in Spaans
Vertalen tijd in Portugees
Vertalen tijd in Sloveens
Vertalen tijd in Pools
Vertalen tijd in Tsjechisch