beschadigd (a) (algemeen) | endommagé (a) (algemeen) |
beschadigd (a) (algemeen) | cassé (a) (algemeen) |
beschadigd (a) (algemeen) | accidenté (m) (a) (algemeen) |
beschadigd (a) (algemeen) | écaillé (a) (algemeen) |
beschadigd (a) (algemeen) | abîmé (a) (algemeen) |
beschadigd (a) (algemeen) | ébréché (a) (algemeen) |
door storm beschadigd | dégradé par le temps |
door storm beschadigd | dégradé par les intempéries |
zwaar beschadigd | abîmé |
zwaar beschadigd | délabré |