Beroep — Nederlandse Frans vertaling14 vertalingen gevonden

beroep (n) (n) (algemeen) emploi (m) (n) (algemeen)
beroep (n) (n) (algemeen) place (f) (n) (algemeen)
beroep (n) (n) (algemeen) fonction (f) (n) (algemeen)
beroep (n) (n) (bedrijf) emploi (m) (n) (bedrijf)
beroep (n) (n) (algemeen) boulot (m) (n) (algemeen)
beroep (n) (n) (algemeen) position (f) (n) (algemeen)
beroep (n) (n) (baan) profession (f) (n) (baan)
beroep (n) (n) (bedrijf) travail (m) (n) (bedrijf)
beroep (n) (n) (bedrijf) boulot (m) (n) (bedrijf)
beroep (n) (n) (bedrijf) occupation (f) (n) (bedrijf)
beroep (n) (n) (algemeen) profession (f) (n) (algemeen)
beroep (n) (n) (algemeen) travail (m) (n) (algemeen)
beroep (n) (n) (algemeen) métier (m) (n) (algemeen)
beroep (n) (n) (algemeen) occupation (f) (n) (algemeen)
Beroep Voorbeelden4 voorbeelden gevonden
een beroep doen op invoquer
een beroep doen op faire appel à
in beroep gaan se pourvoir en appel
in beroep gaand appelant
Vertalen Beroep in andere talen
Vertalen beroep in Engels
Vertalen beroep in Duits
Vertalen beroep in Italiaans
Vertalen beroep in Spaans
Vertalen beroep in Portugees
Vertalen beroep in Sloveens
Vertalen beroep in Pools
Vertalen beroep in Tsjechisch