Tijd — Nederlandse Spaans vertaling22 vertalingen gevonden

tijd (m) (n) (algemeen) hora (f) (n) (algemeen)
tijd (m) (n) (horloge) momento (m) (n) (horloge)
tijd (m) (n) (linguïstiek) tiempo (m) (n) (linguïstiek)
tijd (m) (n) (horloge) hora (f) (n) (horloge)
tijd (m) (n) (horloge) duración (f) (n) (horloge)
tijd (m) (n) (duur) momento (m) (n) (duur)
tijd (m) (n) (algemeen) lapso (m) (n) (algemeen)
tijd (m) (n) (duur) lapso (m) (n) (duur)
tijd (m) (n) (linguïstiek) momento (m) (n) (linguïstiek)
tijd (m) (n) (duur) tiempo (m) (n) (duur)
tijd (m) (n) (algemeen) duración (f) (n) (algemeen)
tijd (m) (n) (linguïstiek) lapso (m) (n) (linguïstiek)
tijd (m) (n) (horloge) lapso (m) (n) (horloge)
tijd (m) (n) (duur) hora (f) (n) (duur)
tijd (m) (n) (duur) duración (f) (n) (duur)
tijd (m) (n) (verleden) época (f) (n) (verleden)
tijd (m) (n) (verleden) era (f) (n) (verleden)
tijd (m) (n) (algemeen) momento (m) (n) (algemeen)
tijd (m) (n) (horloge) tiempo (m) (n) (horloge)
tijd (m) (n) (linguïstiek) hora (f) (n) (linguïstiek)
tijd (m) (n) (linguïstiek) duración (f) (n) (linguïstiek)
tijd (m) (n) (algemeen) tiempo (m) (n) (algemeen)
Tijd Voorbeelden84 voorbeelden gevonden
benarde tijd período difícil
de hele tijd en todo momento
harde tijd período difícil
in die tijd entonces
in die tijd pasado
in die tijd precedente
in die tijd previo
in die tijd en ese entonces
in die tijd en esa época
in die tijd antes
in die tijd antes de
in die tijd de antaño
in die tijd en aquel entonces
in die tijd anterior
lange tijd mucho
net op tijd justo a tiempo
net op tijd en el momento preciso
op tijd con tiempo
op tijd oportuno
op tijd oportuno
op tijd con tiempo
op tijd a tiempo
op tijd a buena hora
op tijd a tiempo
op tijd a buena hora
over tijd atrasado
over tijd atrasado
over tijd aplazado
over tijd tardío
over tijd retrasado
over tijd diferido
rond die tijd por ahí
tijd hebben voor tener tiempo para
tijd hebben voor llegar a
tijd rekken titubear
tijd rekken andar con rodeos
tijd tekort komen quedarse sin tiempo
tijd tekort komen acabarse el tiempo
tijd verprutsen perder el tiempo
uit de tijd pasado de moda
uit de tijd pasado de moda
uit de tijd anticuado
uit de tijd anticuado
van die tijd de la época
van die tijd de entonces
van tijd tot tijd de vez en cuando
van tijd tot tijd cada tanto
van tijd tot tijd a veces
verleden tijd pretérito
vrije tijd tiempo libre
vrije tijd ocio
zijn tijd vooruit muy avanzado
zijn tijd vooruit de vanguardia
op leeftijd mayor
op leeftijd de edad
op leeftijd anciano
openingstijd horario de apertura
in uw vrije tijd cuando sea conveniente
in uw vrije tijd a su disposición
in zijn vrije tijd a conveniencia de uno
vrijetijds- informal
voltooid verleden tijd pluscuamperfecto
voltooid verleden tijd antecopretérito
een lange tijd mucho tiempo
na lange tijd después de mucho tiempo
uit de tijd van Jacobus de eerste jacobino
uit dezelfde tijd simultáneo
uit dezelfde tijd simultáneamente
uit dezelfde tijd contemporáneo
uit dezelfde tijd coexistente
uit dezelfde tijd al mismo tiempo
voltooid tegenwoordige tijd pretérito perfecto
een korte tijd por un rato
een korte tijd un rato
een korte tijd un rato
een korte tijd por un rato
een korte tijd por un momento
een korte tijd alg n tiempo
een korte tijd por un momento
een korte tijd alg n tiempo
voor deze tijd en el pasado
voor deze tijd antiguamente
voor deze tijd antes
voor deze tijd antaño
Vertalen Tijd in andere talen
Vertalen tijd in Engels
Vertalen tijd in Duits
Vertalen tijd in Frans
Vertalen tijd in Italiaans
Vertalen tijd in Portugees
Vertalen tijd in Sloveens
Vertalen tijd in Pools
Vertalen tijd in Tsjechisch