Hebben — Nederlandse Spaans vertaling1 vertaling

hebben (v) (algemeen) tener (v) (algemeen)
Hebben Voorbeelden93 voorbeelden gevonden
aan hebben llevar
abuis hebben estar equivocado
abuis hebben errar
abuis hebben equivocarse
abuis hebben cometer un error
belang hebben significar
belang hebben señalar
belang hebben representar
belang hebben marcar
belang hebben indicar
de hik hebben tener hipo
gasten hebben tener huéspedes
gasten hebben recibir
geluk hebben tener suerte
geluk hebben ser afortunado
het hebben over hablar de
honger hebben tener hambre
last hebben van estar preocupado con
last hebben van estar plagado
last hebben van estar atormentado
niet hebben descubrir la falta de
niet hebben carecer de
nodig hebben requerir
nodig hebben necesitar
pech hebben estar sin suerte
pech hebben estar de mala suerte
pijn hebben ser doloroso
pijn hebben doler
pret hebben divertirse
pret hebben over entretenerse con
pret hebben over divertirse con
spijt hebben estar pesaroso
spijt hebben lamentar
spijt hebben llorar
spijt hebben sentir
spijt hebben estar arrepentido
spijt hebben deplorar
spijt hebben compadecer
spijt hebben compadecerse de
spijt hebben condolerse de
spijt hebben apiadarse de
succes hebben triunfar
succes hebben tener éxito
succes hebben prosperar
vrij hebben tener libre
vrij hebben no tener que trabajar
vrij hebben estar libre
vrijaf hebben tener libre
vrijaf hebben no tener que trabajar
vrijaf hebben estar libre
zin hebben tener sentido
in de zin hebben tener pensado
in de zin hebben tener la intención de
in de zin hebben tener el propósito de
in de zin hebben querer
altijd geluk hebben tener mucha suerte
geen geluk hebben estar sin suerte
geen geluk hebben estar de mala suerte
medelijden hebben met sentirse mal por
medelijden hebben met sentirse mal por
medelijden hebben met compadecerse de
medelijden hebben met compadecerse de
bezwaar hebben tegen oponerse a
bezwaar hebben tegen estar opuesto
een buitenechtelijke verhouding hebben tener una relación extraconyugal
een buitenechtelijke verhouding hebben tener una aventura amorosa
betrekking hebben op relacionarse con
betrekking hebben op referirse a
een ongeluk hebben tener un accidente
innerlijk plezier hebben reírse para sí mismo
innerlijk plezier hebben reírse para sus adentros
innerlijk plezier hebben reírse entre dientes
innerlijk plezier hebben refocilarse con
niets meer hebben agotarse
niets meer hebben acabarse
niets omhanden hebben no tener nada que hacer
niets te maken hebben met dit punt no viene al caso
recht hebben op ser digno de
recht hebben op merecer
spijt hebben van estar pesaroso
spijt hebben van lamentar
spijt hebben van llorar
spijt hebben van sentir
spijt hebben van estar arrepentido
spijt hebben van deplorar
spijt hebben van compadecer
spijt hebben van compadecerse de
spijt hebben van condolerse de
spijt hebben van apiadarse de
geen succes hebben no tener éxito
geen succes hebben fracasar
tijd hebben voor tener tiempo para
tijd hebben voor llegar a
Vertalen Hebben in andere talen
Vertalen hebben in Engels
Vertalen hebben in Duits
Vertalen hebben in Frans
Vertalen hebben in Italiaans
Vertalen hebben in Portugees
Vertalen hebben in Sloveens
Vertalen hebben in Pools
Vertalen hebben in Tsjechisch