Feit — Nederlandse Engels vertaling3 vertalingen gevonden

feit (n) (n) (gegeven) datum (n) (gegeven)
feit (n) (n) (gegeven) fact (n) (gegeven)
feit (n) (n) (algemeen) fact (n) (algemeen)
Feit Voorbeelden9 voorbeelden gevonden
door het feit dat on account of
door het feit dat as a result of
door het feit dat because of the fact that
door het feit dat because
onmiskenbaar feit obvious fact
voldongen feit fait accompli
voldongen feit accomplished fact
voorafgaand feit preceding event
voorafgaand feit antecedent
Vertalen Feit in andere talen
Vertalen feit in Duits
Vertalen feit in Frans
Vertalen feit in Italiaans
Vertalen feit in Spaans
Vertalen feit in Portugees
Vertalen feit in Sloveens
Vertalen feit in Pools
Vertalen feit in Tsjechisch