vliegen (v) (beweging) | fliegen (v) (beweging) |
vliegen (v) (beweging) | schießen (v) (beweging) |
vliegen (v) (beweging) | stürmen (v) (beweging) |
vliegen (v) (beweging) | rennen (v) (beweging) |
vliegen (v) (beweging) | sausen (v) (beweging) |
vliegen (v) (beweging) | rasen (v) (beweging) |
vliegen (v) | fliegen (v) |
vliegen (v) (zand) | fliegen (v) (zand) |
vliegen (v) (luchtvaart) | fliegen (v) (luchtvaart) |
vliegen (v) (algemeen) | fliegen (v) (algemeen) |
rakelings langs vliegen | haarscharf vorbeigehen |
rakelings langs vliegen | ganz nahe vorbeigehen |