Bekladden — vertaling Nederlandse Duits. Vertalen Bekladden in Duits

bekladden (n) (n) (papier)	beschmutzen (n) (n) (papier)
beklad bekladden bekladt bekladden bekladde	beschmutzt beschmutzt beschmutzen beschmutzten beschmutztest beschmutz(e)
bekladden (n) (n) (papier)	Beflecken (n) (n) (papier)
beklad bekladden bekladt bekladden bekladde	befleckt befleckst beflecken befleckten beflecktest befleck(e)
bekladden (n) (v) (blasfemeren)	schmähen (v) (blasfemeren)
bekladden (n) (v) (vuil)	schmieren (v) (vuil)
beklad bekladden bekladt bekladden bekladde	geschmiert schmieren schmierst schmierten schmiertest schmier(e)
bekladden (n) (v) (persoon)	beschmieren (v) (persoon)
beklad bekladden bekladt bekladden bekladde	beschmiert beschmierst beschmieren beschmiertest beschmierten beschmier(e)
bekladden (n) (v) (reputatie)	beschmieren (v) (reputatie)
beklad bekladden bekladt bekladden bekladde	beschmiert beschmierst beschmieren beschmiertest beschmierten beschmier(e)
bekladden (n) (v) (reputatie)	besudeln (v) (reputatie)
beklad bekladden bekladt bekladden bekladde	besudelt besudeln besudelst besudeltest besudelten besudle
bekladden (n) (v) (blasfemeren)	lästern (v) (blasfemeren)
bekladden (n) (v) (blasfemeren)	beschimpfen (v) (blasfemeren)
beklad bekladden bekladt bekladden bekladde	beschimpft beschimpfen beschimpfst beschimpften beschimpftest beschimpf(e)
bekladden (n) (v) (reputatie)	beschmutzen (v) (reputatie)
beklad bekladden bekladt bekladden bekladde	beschmutzt beschmutzt beschmutzen beschmutzten beschmutztest beschmutz(e)
bekladden (n) (v) (persoon)	besudeln (v) (persoon)
beklad bekladden bekladt bekladden bekladde	besudelt besudeln besudelst besudeltest besudelten besudle
bekladden (n) (v) (vuil)	beschmieren (v) (vuil)
beklad bekladden bekladt bekladden bekladde	beschmiert beschmierst beschmieren beschmiertest beschmierten beschmier(e)
bekladden (n) (v) (blasfemeren)	verleumden (v) (blasfemeren)
beklad bekladden bekladt bekladden bekladde	verleumdet verleumden verleumdest verleumdetest verleumdeten verleumde
bekladden (n) (v) (vuil)	beklecksen (v) (vuil)
beklad bekladden bekladt bekladden bekladde	bekleckst bekleckst beklecksen bekleckstest beklecksten beklecks(e)
bekladden (n) (v) (persoon)	beschmutzen (v) (persoon)
beklad bekladden bekladt bekladden bekladde	beschmutzt beschmutzt beschmutzen beschmutzten beschmutztest beschmutz(e)
bekladden (n) (v) (reputatie)	Beflecken (v) (reputatie)
beklad bekladden bekladt bekladden bekladde	befleckt befleckst beflecken befleckten beflecktest befleck(e)

Vertalen Bekladden in andere talen

— Vertalen bekladden in Engels

— Vertalen bekladden in Frans

— Vertalen bekladden in Italiaans

— Vertalen bekladden in Spaans

— Vertalen bekladden in Portugees

— Vertalen bekladden in Sloveens

— Vertalen bekladden in Pools

— Vertalen bekladden in Tsjechisch

Bekladden — Nederlandse Duits vertaling16 vertalingen gevonden